Ontstaan van ziekte

Volgens Ayurveda is ziekte het eindresultaat van een lang proces dat in elke fase ontdekt en aangepakt kan worden. Het ziekteproces begint met verstoringen in het evenwicht van de Dosha’s. Tijdelijke onevenwichtigheid komt veel voor en is heel normaal. Er doen zich pas problemen voor als de verergerde toestand niet wordt gecorrigeerd. Normaal gesproken maken Vata, Pitta en Kapha uit drie fases bestaande veranderingscycli: accumulatie, stimulering of verheviging en kalmering. Bijvoorbeeld: Pitta begint aan het einde van de lente toe te nemen en te accumuleren. In de warme zomermaanden wordt Pitta gestimuleerd of verhevigd, en wanneer het weer in de herfst koeler wordt, komt Pitta vanzelf tot bedaren.

Als de toegenomen Dosha’s niet op natuurlijke wijze door een verandering van seizoen tot bedaren wordt gebracht, dan ondergaat deze Dosha nog meer veranderingen, wat tot ziekte kan leiden.

  1. Accumulatie

Door verschillende oorzaken, zoals ons dieet, het weer, de seizoenen, onze emoties en andere reeds besproken oorzaken, beginnen de Dosha’s op hun respectieve plaatsen te accumuleren: Vata in de dikke darm, Pitta in de ingewanden en Kapha in de maag. Dit is de gemakkelijkste fase waarin een beginnend gezondheidsprobleem behandeld kan worden.

Een ervaren Ayurvedische arts kan zelfs in deze fase aan je polsslag voelen dat er sprake is van onevenwichtigheid, en het kan zijn dat je dit zelf merkt.

Vata-accumulatie kan als constipatie, zwelling van de buik of gassen in de dikke darm worden ervaren.

Pitta-accumulatie kan als hitte in de omgeving van de navel worden gevoeld en kan als een enigszins geelachtige verkleuring van het oogwit of als donkergeel gekleurde urine worden waargenomen. De persoon zal hongerig zijn en naar snoep en suiker snakken. 

Geaccumuleerde Kapha leidt tot gevoelens van zwaarte en lethargie en tot verlies van eetlust. In deze fase is de persoon nog helemaal gezond, en wanneer een Dosha begint toe te nemen, brengt de intelligentie van het lichaam een afkeer van de oorzaak en een hunkering naar tegenovergestelde eigenschappen teweeg, hetgeen het evenwicht kan herstellen. Bijvoorbeeld: als je drie dagen achter elkaar ijs hebt gegeten en Kapha toeneemt, zal de gedachte aan nog meer ijs niet aantrekkelijk zijn; je lichaam zal veeleer naar kruidig voedsel snakken om de Kapha te veranderen en tegen te gaan. Wij dienen naar deze wijsheid te luisteren in plaats van de oorzaak groter te blijven maken.  

  1. Verheviging

De geaccumuleerde Dosha blijft op zijn eigen plaats toenemen. De maag raakt tot de rand vol Kapha, de ingewanden vullen zich met Pitta of de dikke darm stroomt over van Vata. Deze geaccumuleerde Dosha’s proberen vervolgens van hun plaats te komen. Kapha probeert naar boven, naar de longen te gaan. Pitta probeert naar de maag en galblaas te gaan, en Vata probeert zich naar de zijden te bewegen.  Ook deze fase kan je voelen. Als je bijvoorbeeld teveel Kapha-voedsel eet, kan het zijn dat je de volgende dag bij het ontwaken je vol voelt en bij jezelf denkt: ik moet vandaag misschien maar eens vasten of heel licht eten. Maar vervolgens nodigt iemand je uit en eet je weer zwaar. De volgende dag zou je dan een hoestje kunnen krijgen of een gevoel van verstopping in de longen, daar de Kapha naar boven begint te gaan.

Als er in de tweede fase sprake is van overmatig Pitta, dan kan dat brandend maagzuur, indigestie en zelfs misselijkheid veroorzaken. Naar boven gaand Vata kan pijn in de zij of het midden van de rug veroorzaken of zelfs ademnood.

Volgens de Ayurvedische geneeskunst kan het ziekteproces in elke fase aangepakt worden, maar er zijn specifieke behandelingen voor specifieke fases nodig. In de eerste twee fases kan je het proces zelf omkeren, door je gezond verstand te gebruiken en het principe van tegengestelde eigenschappen toe te passen, alsmede één of meer huismiddeltjes te nemen. Wanneer het ziekteproces het maagdarmkanaal eenmaal is gepasseerd en de derde fase is ingegaan, dan heb je het niet langer zelf in de hand en is deskundige medische hulp nodig.

3.Ama, Agni en het ziekteproces

Het biologisch vuur van het lichaam, dat de transformatie van materie in energie regeert, kent dertien belangrijke typen. Het centrale vuur, Jatharagni genoemd, regeert de vertering en assimilatie van voedsel. De andere Agni’s (het vuurbestanddeel in de cellen, weefsels en organen) voeren de lokale voedingsprocessen uit. Wanneer Agni stevig en gezond is, verteert, assimileert en absorbeert het lichaam alles wat iemand eet, en elimineert het vervolgens de onzuiverheden. Maar wanneer de Dosha’s verhevigd zijn, vanwege een slecht dieet, een ongezonde leefstijl of negatieve emoties, dan treffen zij eerst Agni, dat onevenwichtig wordt. Wanneer Agni verzwakt of verstoord raakt, wordt voedsel niet goed verteerd.

De onverteerde, onopgenomen voedseldeeltjes hopen zich in het maagdarmkanaal en andere niet waarneembare locaties in het lichaam op en veranderen in een giftige, kleverige, vies ruikende substantie die Ama wordt genoemd. Ama kan ook door een invasie van bacteriën en door cellulaire metabolische afvalproducten worden gevormd.  

Tijdens de derde (verspreidings)fase van het ziekteproces stroomt Ama vanuit de oorspronkelijke locatie in andere lichaamskanalen over, zoals de bloedvaten, haarvaten en lymfevaten, en verstopt de kanalen en de celmembranen. Wanneer deze Ama-moleculen de kanalen verstoppen, raakt de celintelligentie (Prana) die voortdurend tussen de cellen stroomt geblokkeerd, en sommige cellen raken dan geïsoleerd. Een geïsoleerde cel is een eenzame cel, en een eenzame cel is een verwarde cel. Er beginnen zich pathologische veranderingen voor te doen, maar de oorspronkelijke oorzaak van cytopathologische veranderingen is het bewegen van deze Ama-moleculen. Ama moet dus door Panchakarma of andere methoden uit het lichaam worden verwijderd.

4.Verspreiding

De Dosha begint zich vanuit zijn oorspronkelijke plaats te verspreiden, waarbij hij in de bloedbaan en de totale circulatie in het lichaam overstroomt, op zoek naar een plaats om naar binnen te gaan. Hier heeft het ziekteproces zich zodanig ontwikkeld dat wegnemen van de oorzaak niet genoeg zal zijn. een Panchakarma-programma (een zuiveringsprogramma) of een vergelijkbaar reinigend regime is nodig om de Dosha’s op hun respectieve plaatsen in het maagdarmkanaal terug te krijgen, zodat zij uit het lichaam kunnen worden uitgescheiden.

5.Afzetting of infiltratie

De verhevigde Dosha gaat een orgaan, weefsel of stelsel binnen dat zwak of defect is, iets dat te wijten is aan eerdere traumata, genetische predispositie, geaccumuleerde emotionele stress, onderdrukte emoties of andere factoren. Deze zwakke gebieden in het lichaam kunnen als negatieve locaties worden beschreven, zoals gaten in de weg. Sigaretten roken veroorzaakt bijvoorbeeld zwakte in de longen; teveel suiker consumeren veroorzaakt zwakte in de pancreas en het bloedplasma etc. De pas aangekomen, verhevigde Dosha veroorzaakt verwarring in de celintelligentie van het zwakkere weefsel en overweldigt het, waarbij de normale eigenschappen en functies ervan veranderen. De eigenschap van de verhevigde Dosha onderdrukt de normale eigenschappen van het weefsel en verenigt zich ermee, waardoor een veranderde toestand ontstaat, veranderd qua structuur en functie, zo beginnen de zaden van ziekte te ontkiemen.

Tot nu toe is de ziekte niet aan de oppervlakte verschenen, maar een ervaren Ayurvedische arts kan haar niettemin ontdekken of herkennen aan de onevenwichtigheden in de Dosha’s, zoals de hierboven vermelde. Een alert persoon kan subtiele veranderingen in zijn of haar lichaam voelen. Als de toestand in deze fase niet wordt doorbroken, zal zij als een volledige ziekte uitbreken.

 

6.Manifestatie

In deze fase worden kwalitatieve veranderingen zichtbaar. De signalen en symptomen van een echte ziekte verschijnen aan de oppervlakte; de persoon in kwestie wordt ziek, of het nu in de longen, de nieren, de lever, de gewrichten, het hart, de hersenen of waar dan ook is, de ziektezaden ontkiemen nu en beginnen zich in het gebied van het aangetaste weefsel te manifesteren.

7.Celdeformatie die tot structurele vervorming leidt.

Het pathologische proces heeft zich nu ten volle ontwikkeld en de ziekte heeft zich volledig gemanifesteerd. Er doen zich structurele veranderingen voor en bovendien komen er complicaties bij andere organen, weefsels of stelsels aan het licht. Dit is ook de fase waarin de nu volledig ontwikkelde ziekte het moeilijkst te behandelen is.

In de vijfde fase is het bijvoorbeeld zo dat wanneer de verhevigde Pitta Dosha de maagwand binnendringt, hij zich als een zweer kan manifesteren. Maar in de zesde fase zal het Pitta de zweer perforeren en een maagbloeding veroorzaken. Het kan echter ook een tumor doen ontstaan. Functies beginnen in de vijfde fase verstoord te raken, maar in de zesde fase wordt de weefselstructuur beschadigd, alsmede de omringende weefsels en stelsels. Het is wel duidelijk dat de behandeling- herstel van het evenwicht en het normale functioneren- in de eerdere fases veel makkelijker is. Daarom ligt in Ayurveda de nadruk zo sterk op preventie. Het is veel doeltreffender de ziekte in haar zaadfase te behandelen, voordat zij ontkiemt en tot ontwikkeling komt.

Zowel gezondheid als ziekte is een proces. Ziekte is een proces, waarbij de Dosha’s zich abnormaal bewegen, terwijl gezondheid een proces is waarbij zij normaal functioneren. Een verstandig mens begrijpt dat het normale ritme en de normale kwaliteit van het proces kan worden hersteld door zijn dieet en leefstijl te veranderen en de etiologische factoren die ziekte veroorzaken te vermijden.

De sleutel is bewustzijn. Hoe alerter je bent op hoe je geest, lichaam en emoties op veranderde omstandigheden reageren, hoe bewuster je ven je constitutie bent en van de keuzes die je van moment tot moment kunt maken om je gezondheid in stand te houden, des te minder gelegenheid je schept om ziek te worden.