Veda en Vedanga’s

Er zijn vier Veda’s: Rig Veda, Yajur Veda, Sama Veda en Atharva Veda. De Veda’s zijn niet zomaar gebeden, boeken uit een primitieve cultuur, zoals in het westen lange tijd is aangenomen. In werkelijkheid bevatten ze in detail alle praktische kennis en wijsheid die nodig is om de mensheid naar zijn Goddelijke oorsprong terug te voeren. De kennis van de Veda’s omvat alles over de aard en de zin van het bestaan. Ze is een diepgaande en volledige verklaring van het ontstaan van de schepping en van de evolutie van de mens. Ze verklaart niet alleen de uiterlijke wereld van verschijnselen maar ook  de innerlijke wereld van de mens en de dynamische relatie tussen die twee.

De vier Veda’s zijn zodanig opgezet dat ze hun eigen commentaar geven, dat zich in perfecte, opeenvolgende stappen ontvouwt. Vanwege hun verheven inhoud, specifieke taalgebruik en hoog abstractieniveau zijn ze echter heel moeilijk toegankelijk.

De Vedische teksten zijn door de eeuwen door de orde van de Brahmanen mondeling doorgegeven en voor het gewone volk zoveel mogelijk geheim gehouden. Alle zorg werd eraan besteed om de Veda’s in hun oorspronkelijke opzet, structuur en indeling te handhaven en het is heel fortuinlijk dat wij nu nog steeds over een belangrijk deel van de oorspronkelijke teksten kunnen beschikken. Bovendien zijn door de eeuwen heen uitgebreide commentaren en praktische uitwerkingen aan de Veda’s toegevoegd die samen de Vedische literatuur vormen. Alle wijsheid van het bestaan en van de menselijke evolutie is vanuit verschillende invalshoeken in deze onderdelen vervat. De wetenschap van Jyotish vormt een belangrijk onderdeel van de Vedische literatuur. Ze maakt onderdeel uit van de Vedanga’s , wat letterlijk ‘de ledematen van de Veda’s’ betekent. De Veda’s worden vaak met een mens vergeleken, compleet met zenuwstelsel, ledematen en andere functies. Wij mensen zijn niets anders dan een druppeltje in de Oceaan van de heelheid van leven. Alles in het universum is onderling met elkaar verbonden door een veld van onbegrensde intelligentie. Op dezelfde wijze als de verschillende ledematen en organen van het menselijk lichaam een geïntegreerd geheel vormen, nemen ook de Vedische geschriften ieder hun eigen specifieke rol en functie in. De kern van de Veda’s, bestaande uit de onderdelen  Mantra en Brahmana worden gezien als Goddelijke openbaringen, die geschouwd zijn door de oude Vedische zieners. Ze worden Sruti – dat wat gehoord wordt- genoemd. Alle andere teksten van de Vedische literatuur worden Smriti- dat wat herinnerd wordt- genoemd en zij vormen de commentaren, verdere uitwerkingen en praktische toepassingen van de Veda’s.

Ook de commentaren en uitwerkingen, waaronder de Vedanga’s zijn ooit door zeer verlichte zielen samengesteld. Hoewel de Vedanga’s dus tot de Smriti behoren, is hun plaats in het geheel van de Vedische literatuurvan dien aard dat ze bijna onlosmakelijk met de Veda’s verbonden zijn. Hun diepgaande wijsheid is van een buitenproportioneel hoog niveau. Zonder de studie van de Vedanga’s zou geen enkel mens ter wereld in staat kunnen zijn de werkelijke betekenis van de Veda’s, en dus van zichzelf, te doorgronden.

Zij zijn dan ook ontwikkeld met het oog op het begrijpen, handhaven en beschermen van de betekenis van de Veda’s door de eeuwen heen. Als we de Veda’s als een levend en volmaakt intelligent wezen mogen beschouwen, dan vormen de Vedanga’s hun neus, handen, oren, mond, voeten en ogen.

De Vedanga’s vervullen een essentiële rol in de wijze waarop we de Veda’s kunnen bestuderen en begrijpen. Ze geven een toelichting op het mechanisme en de structuur van de Vedische hymnen.

De Vedanga’s zetten uiteen uit welke onderdelen de hymnen bestaan, hoe ze zijn opgebouwd en wat hun functie is in het licht van de totaliteit van de Veda’s. Praktisch gezien geven ze op precieze en systematische wijze aan hoe de Veda’s te begrijpen, te gebruiken en hoe ze in stand te houden.

Er zijn zes Vedanga’s:

  1. Shiksha (klankleer/uitspraak), orgaan: neus
  2. Kalpa (rituelen), orgaan: handen
  3. Vyakarma (grammatica), orgaan: mond
  4. Nirukta (etymologie), orgaan: oren
  5. Chandas (metrum), orgaan: voeten
  6. Jyotish (astronomie/astrologie), orgaan: ogen

De Vedische astrologie vertegenwoordigt de ogen van de Veda’s. uiterlijk is ze de wetenschap van de invloed van de kosmische transformaties op het leven van de mens, maar naar binnen toe is ze een instrument waarmee we ons hogere Zelf – het innerlijke licht – kunnen leren waarnemen en ervaren. Haar uiteindelijke doel is om het licht van Atma of zuiver bewustzijn in ons hart te laten schijnen. Alles in het universum beweegt en verandert en is verweven met het fenomeen tijd. De zon en de sterren zijn bronnen van licht en energie, die ze in de ruimte verspreiden. Zonder de zon is leven op aarde onmogelijk. We worden voortdurend – fysiek, mentaal en spiritueel – door het licht en de energie van de zon en andere hemellichamen beïnvloed. Tegelijk vinden alle fenomenen en transformaties die we in het universum aantreffen ook in onszelf plaats.

De wetenschap van Jyotish is duizenden jaren geleden al ontwikkeld in de tijd van de zeer ontwikkelde Vedische beschaving, toen veel mensen nog in hogere bewustzijnstoestanden verkeerden. Zo hadden de oude Vedische zieners een heel duidelijk beeld van de belangrijke perioden van opkomst en verval van de mensheid.

De Veda maakt zelf geen onderdeel uit van enige tak van de boom der wetenschappen, ze is de boom zelf. Ze is de basis, het verloop en de vervulling van alle takken van kennis. Zelfs door haar als de boom te omschrijven, wordt onvoldoende recht aan haar gedaan. Behalve de boom is ze de stilte van het woud, het wezen van de planeet, de geest van het universum en het woord van God zelf. Ze omvat de gehele schepping, het ontstaan, het verloop en het weer tenietgaan – een proces dat zich tot in de oneindigheid herhaalt. Het woord is Veda en Veda is het woord. De volmaakte kennis van het bestaan blijkt beschikbaar in de klanken, structuur en opeenvolging van de Vedische hymnen. Ze wordt zichtbaar door de volmaakte volgorde waarin deze klanken zijn geplaatst en de wijze waarop de Vedische hymnen zijn ingedeeld in verzen, paragrafen en hoofdstukken. Deze structuur van de Veda is onverwoestbaar en dat maakt het mogelijk dat haar essentie door alle tijden heen en voor alle generaties bewaard is gebleven. Ruim 5500 jaar geleden kondigde God Krishna aan het eind van de grote oorlog van Kurukshetra het tijdperk van Kali Yuga aan. In die tijd voorzag men al dat de wijsheid van het leven gedoemd was geleidelijk verloren te gaan en zocht men naar oplossingen om de Veda’s in hun oorspronkelijke vorm te bewaren. Uiteindelijk werden de Veda’s op schrift gezet. Later schreef men commentaar op de Veda’s, waardoor de Brahmana’s en andere onderdelen van de Vedische literatuur het levenslicht zagen. Kali Yuga is het ijzeren tijdperk, het tijdperk van onwetendheid, maar is ook het tijdperk dat weer vooraf gaat aan Sat Yuga, het gouden tijdperk.

Er zijn vier grote tijdperken van de mensheid – Yuga’s genoemd – te weten: Sat Yuga, Treta Yuga, Dwapara Yuga en Kali Yuga. Deze tijdperken worden achtereenvolgens wel het gouden, zilveren, koperen en ijzeren tijdperk genoemd. Deze Yuga’s duren niet even lang: de periode van Treta Yuga is gelijk aan driekwart van Sat Yuga, de periode van Dwapara Yuga is gelijk aan tweekwart van Sat Yuga en die van Kali Yuga is gelijk aan een kwart van die van Sat Yuga. Binnen deze zeer lange tijdperken zijn er voortdurend opkomende en neerdalende perioden van wijsheid. Zoals wij tegenwoordig kunnen vaststellen gaan deze schommelingen in het menselijk bewustzijn gepaard met daarmee samenhangende en vaak ingrijpende klimatologische en planetaire veranderingen.

In de drie tijdperken die volgen op Sat Yuga vermindert de kwaliteit van het leven steeds met een kwart. Dit verval is zichtbaar in alle gebieden van de samenleving: religieus, bestuurlijk, sociaal, wetenschappelijk, moreel, etc. In Kali Yuga, het huidige tijdperk, verkeert de mens op een dramatisch dieptepunt in zijn lange bestaan. Maar het is onvermijdelijk dat er op een bepaald moment een ommekeer komt waarna een periode begint waarin de spirituele aard van de mens opnieuw tot grote bloei komt. Dan ook zuivere wetenschappen zoals de Vedische astrologie weer in ere worden hersteld.

In het tijdperk van Sat Yuga, het gouden tijdperk, worden de Veda’s –zuivere kennis- ten volle nageleefd in perfecte gezondheid, verfijnd bewustzijn en ideaal gedrag. Het is algemeen bekend dat ten tijde van voor het uitbreken van de oorlog van Kurukshetra, het noorden van India, lange tijd het centrum was van een bloeiende cultuur met een hoge politieke, wetenschappelijke en sociale orde. Het land was vruchtbaar, de regens kwamen op tijd en de oogsten waren overvloedig. De bewoners van dit gebied bezaten een wijsheid die ver boven het alledaagse bestaan uitsteeg, enigszins te vergelijken met de hoogtijdagen van Mesopotamië en het oude Egypte, op gebieden als astrologie, wiskunde, stedenbouw, muziek, kunst, besturen gevechtskunst waren zij heer en meester. Opmerkelijk is ook dat de Vedische cultuur intiem verbonden was met de hogere intelligentsia van het universum. In die tijd werd op een volkomen vanzelfsprekende manier contact onderhouden met de Goddelijke krachten en werden deze als de werkelijke bestuurders van het menselijk bestaan beschouwd. Er was een levendige communicatie tussen de Goden en Halfgoden en de mensheid. De koningen op aarde werden als de verheven vertegenwoordigers van het Goddelijke beschouwd. De vele Deva’s (Goden en Halfgoden) werden door middel van aanroepingen en offerandes vereerd. De oorspronkelijke vorm van het Sanskriet, het Vedische Sanskriet, was de taal waarin de wijsheid van het bestaan gereciteerd en bezongen werd.   

In het Sanskriet zijn naam en vorm identiek aan elkaar. Zij is de taal van de natuur, de taal van de Deva’s, de impulsen van creatieve intelligentie. Haar schrift wordt daarom Devanagri genoemd, wat de verblijfplaats van de Goden betekent. Daarom wordt alle Vedische kennis in de taal van het Sanskriet uitgedrukt.

Het Sanskriet heeft een logische, wiskundige structuur en ligt, net als de Veda’s zelf, in de structuur van ons bewustzijn verankerd. Op het niveau van stil, zuiver bewustzijn vormen klank, grammatica en betekenis een volstrekte eenheid.

Er is geen taal in de wereld waarbij de klankharmonieën zo exact en consequent van toepassing zijn op de taal als geheel. De manier waarop de woorden zich uit hun kiemvorm ontwikkelen gaat het concept van elke taal te boven. Een wortel is altijd een enkelvoudige lettergreep, die één van de vier basisklanken bevat: a, i, u of ri. De opbouw van woorden werkt met wiskundige precisie door de hele taal heen en verleent de zinsbouw uitzonderlijke kracht. Daarom worden mantra’s meestal in het Sanskriet gezongen of gereciteerd, omdat ze een zuiverende werking hebben op geest, lichaam en omgeving. Studie van het Sanskriet is ook zeer aan te bevelen omdat ze een helend effect heeft op de hersenfysiologie.

Bij de studie van het Sanskriet wordt veel aandacht besteed aan de juiste uitspraak (svara) van de klanken of woorden. In de Vedische hymnen is elk woord en de opeenvolging van woorden met de grootste zorgvuldigheid gekozen en is niets aan het toeval overgelaten. In deze vloeiende stroom van klanken refereert iedere klank aan zichzelf en becommentarieert ze zichzelf en haar voorgaande klanken.

Woord en klank van de hymnen vormen één geheel: elk Sanskrietwoord in de Sama Veda, die zich met melodie, ritme en zang bezighoudt, is van nature voorzien van een bepaalde toon. Deze toon is voor dat woord altijd hetzelfde en de melodie ontstaat spontaan wanneer de verschillende woorden aaneengeregen worden. De tonen behoren tot de vorm zelf van het woord en het gebruik van een andere toon voor hetzelfde woord kan tot een heel andere betekenis van het woord leiden.

Jyotish is een holistische wetenschap en het gebruik van Sanskriet ondersteunt het leren denken in holistische concepten.

Niet alleen de uitspraak is belangrijk, ook de betekenis van veel woorden is vaak veelomvattend. Zo is een planeet niet alleen een planeet maar een Graha. Het begrip Graha omvat alles van het diepere wezen van een planeet. Ze geeft aan dat het bij een planeet om een intelligent wezen gaat, dat veel meer omvat dan enkel zijn fysieke manifestatie.